Groen maakt een stad leefbaar. Een boom die schaduw geeft op een warme dag, een park waar je even tot rust komt, of een stukje gras waar kinderen kunnen spelen – het zijn kleine dingen die een groot verschil maken. Bovendien beschermt meer groen ons ook tegen overstromingen, tempert het hittegolven en draagt het bij aan gezondere lucht én aan ons mentaal welzijn.
Met het project Taskforce Ontharding binnen het Leuvens Klimaatcontract, wil Leuven 2030 mee richting geven aan die vergroening. Want hoe maken we de stad beter bestand tegen extreme weersomstandigheden? Hoe zorgen we ervoor dat ontharden en vergroenen – het vervangen van verharding door groen – geen losse inspanningen blijven, maar structureel deel wordt van hoe we onze ruimte inrichten?
Gericht samenwerken voor maximale impact
In 2024 bracht Leuven 2030, binnen het doorbraakproject Taskforce Ontharding, in kaart waar in Leuven het meeste onthardingspotentieel zit. Dat deden we samen met de dienst data en GIS van stad Leuven. Daaruit bleek dat vooral stad Leuven en KU Leuven veel grote verharde oppervlakte bezitten.

In plaats van te focussen op versnipperde initiatieven, werken we toe naar een gebiedsgerichte aanpak: samenwerken daar waar we de grootste impact kunnen maken. Sinds november 2024 zitten Leuven 2030, stad Leuven en KU Leuven daarom regelmatig samen om een gezamenlijke strategie uit te werken.
Van ‘nice to have’ naar noodzaak
Wat vaak ontbreekt, is een helder kader: waar zijn ingrepen het meest nodig, en hoe kunnen we ontharding standaard koppelen aan bestaande infrastructuur- en vernieuwingswerken? Zonder duidelijke prioriteiten en budgetten blijven klimaatadaptieve maatregelen al te vaak iets dat ‘mooi meegenomen’ is – terwijl nieuwe projecten ook net kunnen vertrekken vanuit de nood aan klimaatadaptatie. Groen en blauw verdienen een plek aan de tekentafel, niet pas op het einde van het traject.
Daarom werken we met deze twee partners aan een gedeelde strategie die toelaat gerichte keuzes te maken: op welke plekken levert ontharding de grootste maatschappelijke en ecologische winst op? En hoe kunnen we vergroening verankeren in het beleid van grote grondeigenaars?
.jpg)
Tegelijk brengen we de risico’s van níét ingrijpen in kaart. Als we niets doen, zullen hittegolven en overstromingen steeds frequenter en intenser worden. Dat zorgt niet alleen voor ongemak, maar ook voor echte risico’s. Vooral ouderen, jonge kinderen en mensen met gezondheidsproblemen zijn kwetsbaar tijdens periodes van extreme hitte. En schade door water, bijvoorbeeld bij hevige regenval, kan snel oplopen tot duizenden euro’s per incident, per woning. Door nu te investeren, bouwen we aan een stad die beter voorbereid is – én aangenamer om in te leven.
Een gedeelde ambitie: 3-30-300
Een handig uitgangspunt in dit verhaal is de 3-30-300-regel:
- elke Leuvenaar ziet minstens 3 bomen vanuit zijn of haar woning
- de stad heeft minstens 30% boomkroonbedekking
- iedereen woont op maximaal 300 meter van een groene ruimte
Zowel stad Leuven als KU Leuven beschouwen deze regel als een richtinggevend principe in hun klimaatadaptatiebeleid. In de komende maanden leggen ze hun lopende en geplande projecten naast elkaar, op zoek naar acties die elkaar kunnen versterken.
Leuven 2030 als verbindende kracht
Leuven 2030 speelt een sleutelrol in dit proces. Als netwerkorganisatie verbinden we partners, zorgen we voor kennisdeling en helpen we om versnipperde inspanningen te bundelen tot één gerichte aanpak. Door samen te werken met stad Leuven en KU Leuven – de twee grootste grondeigenaars – willen we zo snel mogelijk tastbare resultaten boeken.
Van zodra de gezamenlijke strategie klaar is en prioritaire zones zijn afgebakend, breiden we de samenwerking uit naar andere mogelijke partijen. Zo creëren we stap voor stap een Leuven waar verharding plaatsmaakt voor leven: met meer groen, minder hittestress en een betere leefkwaliteit voor iedereen.
