Het Leuvens Klimaatfonds krijgt steeds duidelijker vorm. Filip Coenen, Financieel architect klimaattransitie bij Leuven 2030, schetst de laatste ontwikkelingen en kijkt met vertrouwen naar de volgende stappen. “Wat me opvalt, is dat alle betrokken partijen – investeerders, de stad en projectpartners – vandaag stap voor stap dichter naar elkaar toegroeien,” legt Filip uit. “Investeerders willen graag instappen wanneer de eerste projecten al concreet zijn. Projecten krijgen meer kansen zodra investeerders zich engageren. En samen met de stad de stad bouwen we aan een kader dat die samenwerking mogelijk maakt. We zitten dus in een fase waarin alles begint te bewegen.”

“We werken nu aan een paar pilootprojecten die we via het fonds willen financieren, om te tonen dat het kán. Maar zodra deze projecten landen, willen we ook al meteen klaarstaan met nieuwe projecten,” benadrukt hij. “Die eerste projecten klaar voor investeringen krijgen, was daarbij een uitdagende maar noodzakelijke stap. Als we straks echt uit de startblokken schieten, zal dat op volle kracht zijn.”

Intussen werden juridische en fiscale experts aangesteld om de volledige juridische structuur van het Leuvens Klimaatfonds finaal uit te tekenen. Daarbij worden verschillende vennootschapsvormen tegen elkaar afgewogen met bijhorende risicoanalyses, zodat betrokken partijen zoals stad Leuven, Leuven 2030 en investeerders een sterk kader hebben waarbinnen ze hun rol kunnen bepalen om zo impactvol mogelijk samen te werken.

‍

Spread the word

Panelgesprek tijdens Belgian Impact Finance Day

Filip Coenen: “We denken dat we met dit Klimaatfonds een tool in handen zullen hebben die de klimaatomslag kan versnellen. Daarom gaan we ons werk nu ook overal waar we kunnen voorstellen en aftoetsen met de brede financiële sector: investeerders (bv. pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen) en banken. Zo waren we in november aanwezig op een evenement georganiseerd door Impact Finance Belgium, een Belgische ledenorganisatie die als doel heeft het aandeel ‘impact kapitaal’ in België te vergroten — dat zijn investeringen die naast financieel rendement ook maatschappelijke en ecologische impact nastreven.

“Daar leerden we dat impact-investeren in België in de lift zit: intussen gaat 14% van het beheerd vermogen in België naar positieve impact. De interesse groeit dus. We ontmoetten er ook andere investeerders, sociale ondernemers en beleidsmakers en droegen bij aan het verkennen van de uitdagingen en mogelijke oplossingen van impactfinanciering. Het is daarbij een bron van inspiratie en netwerk; de mensen die je daar ontmoet kunnen later Leuvense projecten helpen realiseren.

“Er werd ook al snel duidelijk dat enkel kapitaal voorzien niet genoeg is om dingen in beweging te zetten: iedereen moet aan hetzelfde zeel trekken en risico’s en verantwoordelijkheden moeten gedeeld worden.” De sessie werd ingeleid en geleid door Eglantine Eeckhout van Inclusio Invest, Filip Coenen van Leuven 2030, Frédéric Madry van Impact Finance Belgium, Catherine Vangilbergen van KBC en Ryan Jude van Green Finance Institute vormden het panel.

Deelname aan panelgesprek bij AFCCRE in Rijsel

Filip Coenen: “In Rijsel namen we onlangs met Leuven 2030 deel aan een panelgesprek bij het AFCCRE (Association française du Conseil des communes et régions d'Europe), een organisatie die uitwisseling tussen de Europese instellingen, lokale overheden en regio’s ondersteunt. We presenteerden er onder andere samen met Dijon, Straatsburg en de Europese Commissie over hoe steden kunnen blijven investeren in bescherming, renovatie en duurzame infrastructuur, ook wanneer middelen schaars zijn. Leuven 2030 benadrukte er dat slimme, vernieuwende financiering — zoals het samenbrengen van publieke en private middelen en het delen van risico’s — helpt om de realisatie van projecten met maatschappelijke waarde vooruit te helpen.

“Andere steden herkenden die uitdaging”, vervolgt Filip “en wezen op het belang van samenwerking om de regio sterker en toekomstbestendig te maken. De Europese Commissie bevestigde dat goede voorbereiding, eenvoudige modellen en Europese steun hierbij cruciaal zijn. De rode draad: vernieuwende financiering zoals het Leuvens Klimaatfonds ambieert, kan bv.steden lokale overheden meer veerkracht geven zonder hun budget extra te belasten.”